MensenMens

Blog voor mensen en over mensen

Archief voor de tag “schoteldoek”

Gedachten aan vroeger……

Het is de voorloper van de vaatdoek. Een stevige lap katoen met een rood, blauw of groen ingeweven randje.

Toen ik op Wikipedia naar de betekenis van de naam ging zoeken zag ik dat ze het over een theedoek hadden. Om de vaat mee af te drogen. En dat, wat ik bedoel is zeker géén vaatdoek. Toen ik ging kijken naar de naam op de site van de Europese Woordenlijst las ik drie totaal andere woorden. Daar werden schotelvod, slet en slobdoek genoemd. Uiteindelijk vond ik de naam in een boek van vroeger. Een boek van Marie Kamphuis, met de titel: ‘kijken in de spiegel van het verleden.’  

Zij schrijft in het boek dat zij als sociaal werkster werkte in Drenthe en vertelt over de opbouw van Drenthe. Zij geeft een verslag van een huisbezoek waar men haar hartelijk op de koffie uitnodigde, wat ook niet altijd een genot was. De kopjes werden dan eerst, met de in bepaalde kringen nog zeer gebruikelijke, befaamde schötteldoek waarmee aanrecht, monden, tafel, snotneuzen van de kinderen en wat diens meer zij gedroogd werden, gereinigd. 

En precies daar liggen mijn herinneringen. Opgegroeid met het woord schoteldoek; een ander woord voor schötteldoek. Ik wist niet beter dan dat dit een gewone naam was voor zo’n doek. Tot ik in de verpleging ging op mijn 17e jaar. Als 1e jaars leerling waren de taken vooral ‘schoonmaken of poetsen’ zoals ik het zelf noemde. Hoeveel bedden, waskommen en po’s ik heb schoongemaakt kan ik niet meer navertellen. Met de toenmalige hiërarchie stelde je niet zoveel voor als je ‘net kwam kijken.’ Toen ik aan collega’s vroeg of zij wisten waar ik de schoteldoeken kon vinden, wist ik ineens dat schoteldoek géén gewone naam was. Ze keken me aan alsof ik van een andere planeet kwam en schoten in de lach. Ze wisten niet wat ik bedoelde. Als ik door de grond had kunnen zakken, had ik dat graag gedaan. Wat een vreselijke ervaring was dat!

Afgelopen week was ik in een winkeltje met ambachtelijke cadeaus  in Dalen, provincie Drenthe aan het neuzen, The Homestead. Tot mijn verbazing lees ik op een omgevouwen stuk karton, het woord: de schötteldoek. Voor ik het wist had ik het in mijn handen. Ik haalde de nostalgische wasknijper eraf. Vouwde het open en zie………een schoteldoek uit mijn prille jeugdjaren. Aan de binnenkant van het karton stond een prachtig Drents gedicht en u kunt wel raden waar dat over ging.  

Uiteraard heb ik het gekocht om thuis nog eens naar te kijken en herinneringen aan vroeger op te halen. Nu weet ik ook hoe mijn ouders aan de naam ‘schoteldoek’ kwamen. Zij zijn beide in Drenthe geboren! 

Wat een dierbare herinnering!

Voor de liefhebbers het Drentse gedicht van Marchien Duker

De schötteldoek

Met de schötteldoek gung ’t vroeger raar heer,

Het was vaak ien gegléer en gesméer.

De jongen die zult er niet alles van weten,

En de aoldern wilt het maor ’t liefste vergeten.

Maor ik wil je graag oet de doeken doen,

Wat ie met een schötteldoek almaol kunt doen!

In iederhoes, klaor veur het gebroek,

Lag op ede hoek van de taofel, de schötteldoek.

’t Begunde ’s morgens al vro, met het wark bij de héerd,

Dan was de schötteldoek al daolijk veul wéerd.

Je handen wuurden voel van het roet en de as,

En hoe kreej ze weer schoon, as er gien schötteldoek was.

Dan muz ie koffie klaormaken, de melkers kwammen weer,

Even de schötteldoek deur de koppies en schoon waren ze weer.

Kinder kwammen van bedde of, Ootien stum op,

Almaol gauw even de schötteldoek um de kop.

Dan muzzen de kinder hen ’t schoel, is ’t under de neuze nog glad?

Even de schötteldoek en zie kwammen weer netties op pad.

Dan muz ie taofel ofwasschen zo as dat giet,

O, méensen, wat is dat water joh iet.

Flink petsen en blaozen tegen de schötteldoek an,

Zodat men veur ’t ofdeugen goed oetwringen kan.

Kwam de boer ‘smiddags weer, had wat mes an de handen,

De piep was wat voel, wöl ok niet best branden.

Even under de pomp, dab was ’t dikste der of,

En de schötteldoek dreugde alles natuurlijk wéer of.

Jan kwam oet schoel, had een bloedneuze kregen,

Bij hinderkien muz ie een vlot modder ofvegen. Kloasie had een dooie moes in de hand,

Moar de schötteldoek muuk alles weer netties an kant.

Ha, die muggen hadden overal van die stippies op daon ,

Daor muz de schötteldoek ok even over gaon.

Manlu waren veur  ‘t eten een borrel gewoon,

Even de schötteldoek deur de glassies en die waren ok wee schoon.

Kreej dan ’s avonds veziete, of zo’n dag as nijjaor,

Met de schötteldoek was ie de hiele dag klaor.

Dan begunt ’t poppien te réeren, de luier was voel,

Maor de schötteldoek reinigt de Hiele boel.

Domnee kwam op hoesbezuuk, och en zo’n man,

Die biedt ie gien daags koppien met koffie an.

De zundagse koppies kun wat stoffig mangs wezen, ok dizze kwaol kan de schötteldoek genezen.

Wolden d’kinder niet héuren, manlu pasten niet op,

Kregen ze eveen een klets met de schötteldoek um de kop.

En bij de winterdag, dan kun je vaak héuren,

De schötteldoek was oes op taofel bevréuren.

Zo gung dat maor deur, tot ‘avonds nao ’t eten,

Stoelen waren wat besméerd, die moe jok niet vergeten.

Zo bint wij met de schötteldoek de dag ies rond gaon.

Was ieder hen bedde, was ’t warken gedaon.

Op ’t blokkien met de kopspiekers lig de schötteldoek en wacht,

Tot het wark weer begunt, nao de rust van de nacht.

Marchien Duker.

Berichtnavigatie